Na de Tweede Wereldoorlog kwam de Koude Oorlog, waarin later de vrees voor de atoombom een rol speelde. Om het hoofd te kunnen bieden aan de gevolgen voor de burgerbevolking werd een organisatie in het leven geroepen, die een uitgebreidere taak kreeg dan de Luchtbeschermingsdiensten van de Tweede Wereldoorlog.
De lessen uit de oorlog werden meegenomen bij het ontwerp van de nieuwe burgerlijke verdediging. In de rubriek over de Tweede Wereldoorlog zijn ook enkele rapportages opgenomen, die medebepalend waren in de voorbereidingsfase.
In de jaren zeventig en tachtig werd de hulpverlening bij grote rampen en ongevallen regelmatig onderwerp van nota’s en zelfs nieuwe wetgeving. Meer daarover vindt u in de rubriek Brandweerorganisatie.
In een leidraad ontvouwde de minister van Binnenlandse Zaken in 1949 zijn plannen voor de opbouw van de beschermingsorganisatie. Een jaar later kwam er nog een toelichting, waarin de zaken concreter werden ingevuld.
De nieuwe organisatie, Bescherming Bevolking geheten, moest niet alleen zorgen voor de bestrijding van de mogelijke oorlogsrampen, maar ook een rol spelen bij de instandhouding van het gewone leven. Civiele Verdediging werd dat genoemd.